NAAR DÖLZSCEN


Op zoek naar sporen van Victor Klemperer.

J. de Ruiter

Mei 2015

 

In dit stukje probeer ik terug te blikken op wat het lezen van de vier dagboeken van Victor Klemperer destijds bij mij teweeggebracht heeft. In 1997 verschenen de twee delen Tot het bittere einde (1933 – 1941 en 1942 – 1945), in 2002 de twee delen Tussen de wal en het schip (1945 – 1950 en 1951 – 1959).

 

De meest opvallende punten in zijn dagboeken waren voor mij:

  • De dagboeken zijn doordrenkt van de (in mijn ogen bijna obsessieve) hunkering van Klemperer om wetenschappelijke publicaties in zijn vakgebied te realiseren.
  • De indringende beschrijving van de behandeling van joden destijds. Klemperer beschrijft welke maatregelen gaandeweg tegen de joden werden genomen en hoe dat in het dagelijkse leven in Dresden werd geïmplementeerd en zo te zien ook zonder veel protesten door de medeburgers werd geaccepteerd.
  • De afwijzing van het vrije westen en de keuze voor de DDR meteen na het einde van WO II. Over deze directe en stellige keuze van Klemperer heb ik mij zeer verwonderd en echt begrepen heb ik dit niet.
  • De wetenschapper en publicist Klemperer ontwikkelde zich vervolgens ook tot politicus in het communistische Oost-Duitsland. Zijn dagboekaantekeningen hierbij wekken bij mij de indruk dat Klemperer zichzelf zeker zag als iemand wiens opvattingen ertoe doen.

 

Hoewel de dagboeken van Klemperer zeker de nodige hunkering naar erkenning – grenzend aan ijdelheid- laten zien, maakten zijn dagboeken toch een enorme indruk op mij. Dat bleek vooral toen zich enige tijd na het lezen ervan een onweerstaande behoefte bij mij openbaarde om naar Dresden en in het bijzonder naar Dölzschen te gaan en daar een aantal sporen op te zoeken.

 

In augustus 2003 was het dan zo ver. Op naar Dresden, van 14 tot 23 augustus. Onderweg naar Dresden alvast een goede kaart aangeschaft van Dresden en omgeving. De opwinding toen ik Dölzschen op de nieuw gekochte kaart zag staan! Yes, het bestaat werkelijk nog!

Op 18 augustus vanaf de camping net buiten Dresden per auto naar Dölzschen gereden. Bleek vlak aan de nieuwe autoweg Dresden – Praag te liggen.

Natuurlijk eerst het huis Am Kirschberg 19 opgezocht. Was goed vindbaar, maar ging wel schuil achter veel bomen in de tuin.

Am Kirschberg 19 (foto J. de Ruiter, 18-8-2003)

 

Vervolgens in gesprek geraakt met een buurvrouw die in haar tuin bezig was. In mijn naïvitieit dacht ik zelf nog dat ik een van de weinigen was die dit huis kwam opzoeken en dat deze buurvrouw waarschijnlijk weinig of niets zou weten van de voorgeschiedenis van dit huis. Niets was minder waar! Zij vertelde dat er destijds na het uitkomen van de eerste twee dagboeken en in het bijzonder na het uitzenden van een tv-serie over Klemperer bussen vol kijkers (niet uit Oost-Duitsland) langs waren gekomen. Nu kwam af en toe nog wel Hadwig (Hadwig Kirchner, zijn tweede vrouw na het overlijden van zijn eerste vrouw Eva Schlemmer) langs met enkele bezichtigers.

Ik heb natuurlijk deze gelegenheid aangegrepen om nog wat meer output te ontlokken. Dat leverde nog de volgende informatie op.

Deze buurvrouw, in 1937 hier geboren en daarna altijd hier gewoond, heeft Victor, Eva en Hadwig allen meegemaakt. Heeft ook zijn dagboeken gelezen (zei ze, toen ik dat vroeg).

Victor en Eva waren volgens haar wereldvreemd, onhandig en onpraktisch. Er was toen al veel import in Dölzschen. Klemperer had als hoogleraar dan ook geen bijzondere status in de forensenwijk. Victor zag er voor kinderen nogal angstwekkend uit. Eva was een gedistingeerde dame, die rookte (met sigarettenpijpje) en opvallend gekleed ging (bonte kleding). Geen echtpaar waar kinderen geintjes mee uithaalden.

Waren in de oorlogsjaren goed in het krijgen van eten van anderen, maar bedachten zelf niets, zoals bijv. wat groente verbouwen. Gingen uit van andermans medelijden. Waren lebensuntüchtig, zoals de buurvrouw het noemde.

De lezingen in de Begerburg stelden weinig voor volgens haar. Slechts enkele toehoorders.

Als latere communist werd hij in Dölzschen wel als een vreemde eend in de bijt gezien.

Hadwig was wel praktisch, zowel in het latere beheer van het huis als het beheer van zijn literaire nalatenschap.

Toen de Russen kwamen, is Berger (die toen een winkel met o.a. drank had in het huis van Klemperer) spoorloos verdwenen en werd zijn winkel geplunderd. De buurvrouw heeft als 8-jarig meisje het zuipfestijn gezien en liep daarbij zelf een zatte Rus tegen het lijf, die overigens meer schrok dan zijzelf.

De inrit was destijds inderdaad erg lastig: smal en moeilijk t.o.v. de weg. Is door latere bewoners dan ook verbreed.

Het komt voor dat zoekers het huis voorbijlopen.

 

Dit was wat ik kon optekenen uit de mond van deze buurvrouw. Het is wel goed om te bedenken dat het hier herinneringen betreft van iemand die in 1945 nog maar 8 jaar oud was en 23 jaar toen Klemperer overleed. Haar herinneringen zullen dus ongetwijfeld vermengd zijn met uitspraken van volwassenen zoals haar ouders en ook gekleurd zijn door het zien van de tv-serie waar zij het over had. Dit moet de 12-delige tv-serie Klemperer – Ein Leben in Deutschland uit 1999 geweest zijn.

 

Na dit zeer interessante gesprek met de buurvrouw vervolgens op zoek naar de Begerburg en het kerkhof met het graf van Victor en Eva. Deze waren gemakkelijk vindbaar.

Grafsteen (foto J. de Ruiter, 18-8-2003)

 

 

Tot slot:

op internet is zeer veel te vinden over Victor Klemperer, zijn dagboeken, de 12-delige tv-serie over hem, Dölzschen, enz.