Y.N. HARARI - SAPIENS

Een kleine geschiedenis van de mensheid

2014

 

  1. de Ruiter

Juli 2020

 

Inleiding

 

Homo sapiens, de wijze mens, voldeed voor de opkomst van taal al aan twee belangrijke karakteristieken:

 

a.

Als rechtop lopende wezens met een grote schedel hadden ze evidente voordelen zoals bijv. een beter uitzicht, maar dit vroeg ook smallere heupen en dus een smaller geboortekanaal, hetgeen niet goed paste bij grotere babyhoofden. Dit leidde tot natuurlijke selectie die zich toespitste op vroegere geboorten, omdat dan de schedels nog kleiner zijn. Dus baby’s werden meer en meer hulpeloze wezens, die nog vele jaren afhankelijk van hun ouders waren voor voeding, bescherming en opvoeding. Maar ook toen hadden mensen meer te doen, dus kinderen grootbrengen vereiste constante hulp van familieleden en buren. Dit feit heeft enorm bijgedragen aan de sociale vaardigheden van de mens.

 

b.

Onze verre voorouders namen lange tijd een middenpositie in de voedselketen in. Ze moesten het hebben van verzamelen, jagen op kleinere dieren en genoegen nemen met de door grote roofdieren achtergelaten resten, zoals botten met merg. Pas homo sapiens slaagde erin door te stoten tot de top van de voedselketen.

 

In zijn boek Sapiens schetst Harari de belangrijkste mijlpalen in de geschiedenis van de mensheid. Als je dit leest, dan val je van de ene verbazing in de andere. Dit omdat hij conclusies trekt die vaak onverwacht zijn, maar tegelijkertijd zo evident dat je verbaasd bent dat je ze nu pas voor het eerst ziet.

De drie belangrijke mijlpalen in de geschiedenis van de mensheid die Harari beschrijft zijn:

  • Ca. 70.000 jaar geleden: de cognitieve revolutie. Het ontstaan van culturen.
  • Ca.12.000 jaar geleden: de agrarische revolutie.
  • Ca. 500 jaar geleden: de wetenschappelijke revolutie.

1.

Ca. 70.000 jaar geleden: de cognitieve revolutie.

 

Zo’n 70.000 jaar geleden begon de opkomst van taal. Hierdoor ontstonden totaal nieuwe mogelijkheden, in termen van denken en communiceren.

De belangrijkste functie van taal: niet de mogelijkheid om informatie over te brengen over concrete bestaande dingen, maar de mogelijkheid om informatie over te brengen over dingen die helemaal niet bestaan. Dus het vermogen om over fictieve dingen (bedachte, abstracte begrippen) te praten. Harari gebruikt dan vaak de term mythen of imaginaire realiteiten. Hiervan zijn er vele voorbeelden: het bijbelse scheppingsverhaal, de EU, geld, mensenrechten, wetten, duurzamheid, enz. Mythen kunnen snel gemeenschappelijk worden en juist dan ontstaat de mogelijkheid dat grote aantallen mensen gaan samenwerken. De kruistochten zijn zo’n voorbeeld van grensoverschrijdende samenwerking gebaseerd op een gemeenschappelijke mythe.

Imaginaire realiteiten kunnen veranderen en daarmee ook het bijbehorende collectieve gedrag.

Dit kan zeer snel. Denk aan de Franse Revolutie. Dit was onmogelijk voor de cognitieve revolutie.

Cultuur is niets anders dan een optelsom van meerdere gemeenschappelijke mythen. Kan dus zeer grote aantallen mensen binden.

 

Harari merkt op dat mensen heel gemakkelijk kunnen begrijpen dat primitieve volken hun samenlevingen versterkten door het geloof in geesten, maar dat we ons niet realiseren dat onze moderne instituties op exact dezelfde basis (dus op basis van imaginaire realiteiten) fuctioneren.

 

2.

Ca. 12.000 jaar geleden: begin van de agrarische revolutie.

 

De geleidelijke transitie van het nomadenbestaan naar vaste vestiging. Jager-verzamelaars begonnen door te krijgen dat het ook mogelijk was een bestaan op te bouwen door zich meer op vaste plekken te vestigen en te leven van landbouw en veeteelt.

De directe gevolgen van deze overgang waren verstrekkend:

  • Een zwaarder leven
  • Minder vrije tijd
  • Minder afwisseling
  • Meer planning nodig en meer zorgen over de toekomst
  • Eenzijdiger voeding
  • Meer kans op ziekte
  • Geleidelijke overgang naar vaste woonplaatsen
  • Betere bescherming tegen wilde dieren, regen en kou
  • Meer bewaking van eigendom nodig
  • Meer conflicten

Gevolgen op langere termijn:

  • Grotere voedselproductie
  • Bevolkingsgroei
  • Toenemende omvang van vaste woonplaatsen.
  • Toename van conflicten en geschillen, op diverse niveau’s
  • Ontstaan van elites
  • Geleidelijke ontwikkeling naar massa-produktie van graan en vee
  • Getalsmatige informatie wordt steeds belangrijker en onmisbaarder
  • Gegevens verzamelen en vastleggen wordt steeds belangrijker
  • Dus het schrift wordt noodzakelijk,om allerlei data vast te leggen
  • Het terugvinden van gegevens wordt dan na verloop van tijd steeds moeilijker

De uiteindelijke gevolgen van deze transitie zijn talrijk:

de ontwikkeling van wetenschap, economische groei en vooruitgang, maar ook ecologisch verval, uitputting van de aarde en vernietiging van het dierenrijk.

Volgens Harari is deze transitie dan ook een noodlottige vergissing geweest.

Louise Fresco daarentegen ziet dit echter anders! Zij benadrukt, vooral in hoofdstuk 13 (Het krimpende paradijs: terug naar de schaarste?) van haar boek “Hamburgers in het paradijs” dat er geen reden is voor het groeiende schaduwdenken, gekenmerkt door

somberheid, gevoel van machteloosheid en de verwachting dat de wereld aan overbevolking en uitputting van de aarde ten onder zal gaan.

 

3.

Ca. 500 jaar geleden: de wetenschappelijke revolutie.

 

1500 na Chr.: de wereldbevolking telt dan ca. een half miljard mensen en er zijn maar weinig steden met meer dan 100.000 inwoners.

Mensen begonnen zich meer en meer te realiseren dat we de antwoorden op de meeste vragen niet kennen. Religies hadden eigenlijk altijd de suggestie gewekt dat alles over de wereld al bekend was. Alomvattende wijsheden stonden al in heilige geschriften en daar kon men uit putten. Het was onvoorstelbaar dat de Bijbel, de Koran enz. iets cruciaals over het hoofd hadden gezien. En, voor zover iets niet was doorgegeven, was het kennelijk onbelangrijk. Ofwel, het was voor ons niet belangrijk om het te weten, want Hij wist immers wel hoe het zat.

Kort gezegd, meer en meer ontstond er ruimte om vragen te stellen en ontdekkingen te doen. De opmars van wetenschap begon een aanvang te nemen.

 

De eerste vraag is dan: hoe zitten de dingen in elkaar?

Maar er zijn meer vragen. De agrarische revolutie heeft geleid tot flinke groei, dus ook tot economische vooruitgang en als gevolg daarvan ook tot vertrouwen in de toekomst. Relevant is dus ook wat wetenschap hieraan kan bijdragen.

Het belang van kennis is niet zozeer de waarheid, maar de bruikbaarheid.

 

Leidt groei op termijn nu ook tot uitputting van grondstoffen en energie?

In ieder geval niet tot een tekort aan energie. De industriële revolutie is een revolutie geweest op het gebied van energieomzetting. Keer op keer is gebleken dat er geen grenzen zijn aan de hoeveelheid energie die wij tot onze beschikking hebben. De enige grens wordt gevormd door onze onwetendheid.

Voorgaande betekent ook dat er mogelijkheden ontstonden voor het exploiteren van voorheen onbereikbare grondstoffen.

De industriële revolutie leidde dus tot een ongekende combinatie van goedkope en overvloedige energie en grondstoffen. Het resultaat was een explosie van menselijke produktiviteit, met name in de landbouw en de veeteelt.

En, toegenomen produktiviteit vraagt op haar beurt weer toegenomen consumptie.

Het grote gevaar is nu ecologisch verval: vernietiging en teloorgang van wat er is in de natuurlijke leefomgeving.

 

Heeft de vooruitgang ook geleid tot geluk?

Biochemisch geluk is in hoge mate afhankelijk van het toevallige biochemische systeem van het individu. Het beïnvloeden daarvan heeft meer resultaat dan sociale hervormingen, staatsgrepen en alle andere vormen van politieke beslissingen. Merkbaar geluk komt alleen van serotinine, dopamine en oxytocine. Geluk komt biochemisch gezien simpelweg neer op het ervaren van aangename lichamelijke sensaties.

Maar er is ook een psychologisch aspect van geluk. Psychologisch is geluk gebaseerd op het gevoel dat het leven zin heeft. Dit gevoel is echter zeer betrekkelijk en hybride, zoals Harari duidelijk beargumenteert.

 

De wetenschappelijke vooruitgang heeft nog een belangrijk gevolg. Was men vroeger bezig met zin te geven aan de dood, nu is men gericht op pogingen om eraan te ontkomen. Omdat de wetenschap dit mogelijk lijkt te maken.

 

Het einde van Homo sapiens.

Homo sapiens is begonnen de wetten van de natuurlijke selectie te doorbreken en die te vervangen door de wetten van intelligent design.

ID was tot voor kort: Darwins evolutietheorie ontkennen en beweren dat de biologische complexiteit op aarde bewijst dat er een Schepper moet zijn die al die biologische details van tevoren heeft bedacht.

ID wordt nu: biologische varianten ontwerpen en realiseren.

3 manieren:

  1. Biologische modificatie m.b.v. gentechnologie.
  2. Bouw van cyborgs (wezens met zowel organische als niet-organische lichaamsdelen.
    Een cyborg (cybernetisch organisme) is de fysieke samensmelting van mens en machine.
    Voorbeelden van anorganische toevoegingen:
    bionische handen; (bionisch = lichaamsdeel vervangend / verbeterend);
    ingeplante chips die verbinding maken met de hersenen;
    kunstogen;
    nanorobots in de bloedbaan.
  3. Constructie van anorganisch leven.
    Voorbeeld:
    computervirus.

 

Essentiële vraag: waar gaan we (de mensheid) naar toe als we niet weten waar we naar toe willen? Ondanks de verbluffende resultaten zijn we niet zeker van waar het heen moet, lijken we nog steeds ontevreden, handelen we onverantwoord, richten we rampen aan m.b.t. dieren en het ecosysteem en gedragen we ons als selfmade goden. We zijn in feite bezig de controle te verliezen.